Interview | Robbert van den Bergh

Nederland leerde Robbert van den Bergh kennen als Nick Massi in Jersey Boys. Nu is hij terug in het Beatrix Theater Utrecht als Ray Court in The Bodyguard. Maar zo nu en dan trekt ook Van den Bergh de leren jas aan en schittert hij als ‘the bodyguard’ zelf: Frank Farmer.

“In principe dubbelen Miro Kloosterman, Mark van Eeuwen en Dave Mantel de rol van Frank in The Bodyguard. Er zijn echter altijd wel dagen dat één van deze mannen niet kan en dan schuif ik, als understudy van Frank Farmer, door. Bij de audities heb ik tegenspel gegeven aan alle vrouwen die auditeerden voor de rollen van Rachel en Nicki Marron. Kort daarna kreeg ik al vrij snel een aanbod voor de rol van Ray Court en als understudy Frank Farmer. Dat was mooi, maar ik wilde eerst door blijven auditeren voor de rol van Frank als eerste cast. In de finale ronde hebben ze uiteindelijk gekozen voor anderen. Maar goed, zo nu en dan mag ik toch op als Frank en dat is enorm fijn. Ray Court is ook een leuke rol, maar het zijn uiteindelijk slechts vier scenes die je speelt. Daar heb ik overigens – vind ik zelf tenminste – iets heel leuks van gemaakt!
          Onze hele voorstelling vind ik onwijs geslaagd. Als je kijkt naar The Bodyguard in Engeland of Duitsland is alles veel serieuzer van toon. Alle mannenrollen zijn bijvoorbeeld stoer ingevuld. Allemaal grote, stoere mannen in donkere pakken. Ook de rol van Ray Court wordt daar neergezet als een stoere FBI-agent. Onze regisseuse Carline Brouwer is echter heel goed in het aanbrengen van verschillende kleuren in een voorstelling. Dat hebben we hier met de Nederlandse versie dan ook gedaan. Iedere rol heeft een eigen kleur gekregen. Dat maakt de voorstelling leuker en spannender om naar te kijken. Toen ik laatst een showwatch had, merkte ik pas hoe goed onze show eigenlijk werkt. De snelheid, de kleur, de spanning en de humor wisselen elkaar zo goed af. Ik was trots.”

,,Ik denk dat ik de hele voorstelling van The Bodyguard kan opvoeren in mijn eentje.’’

 “Het coveren van andere rollen, naast die van mijzelf, heeft mij altijd goed gelegen. Ik ben een soort wandelende encyclopedie. Teksten onthoud ik sowieso makkelijk en ik denk dat ik letterlijk de hele voorstelling van The Bodyguard kan opvoeren in mijn eentje. Het schakelen tussen rollen is ook gewoon mijn werk. Wat het leuk maakt, is dat je iets kunt overnemen van een andere rol. Ik kijk bijvoorbeeld heel goed naar wat de oorspronkelijke acteur doet en daar probeer ik dan ook iets van over te nemen wanneer ik die rol speel. Ik weet nog heel goed dat ik tijdens Moeder, Ik Wil Bij De Revue op moest als Gerrit van Woerkom (de rol van Hugo Haenen) en dat Christanne de Bruijn tegen mij zei dat ik écht op Hugo leek als ik speelde. Natuurlijk maak je de rol ook eigen hoor, maar het maken van die transformatie door goed naar anderen te kijken is heel interessant. Voor de rol van Nick Massi in Jersey Boys heb ik veel gekeken naar de televisieserie The Sopranos. In die serie zit zo’n zwijgzame rechterhand van de grote maffiabaas, een beetje als Nick Massi. Dat vond ik een tof karakter, want zo zag ik Nick Massi ook als ik het script van Jersey Boys las. Dat heb ik toen als startpunt genomen bij mijn invulling van de rol tijdens de repetities. In het begin kopieer ik hem bijna letterlijk en naar mate het repetitieproces vordert, verzwakt dat en leg je een stukje van jezelf in de rol.”

,,Ik heb nog heel lang getwijfeld om langer te blijven bij Soldaat van Oranje.”

“Ik zie Soldaat van Oranje – De Musical als mijn doorbraak. Ik was al bijna acht jaar bezig, had al een hoop gedaan, maar nog nooit een eerste cast rol gespeeld, zoals bij Soldaat. Wel had ik daarvoor al vaak in de finals gestaan van audities, maar werd het dan telkens nét niet. Dat is soms best frustrerend. Wanneer zou ik die kans gaan krijgen? Na de musical Petticoat ging ik De Producers van Mark Vijn Theaterproducties doen. Ik had die voorstelling ooit al gezien op Broadway en vond dat écht een van de beste shows ooit. Ik zat derde balkon boven met amper beenruimte, maar had nog nooit zoiets leuks gezien. Het was zo grappig, zo grof en zó goed. Heel erg Amerikaans-Joodse humor, dus misschien is dat ook wel een van de redenen geweest dat het niet echt werkte hier in Nederland. Maar de voorstelling zelf is te gek, dus toen dat kwam, ben ik daar meteen voor gaan auditeren. Wel had ik bedacht dat het de laatste musical zou zijn die ik zou doen. Alles liep natuurlijk anders, want De Producers ging failliet. Soldaat kwam op mijn pad en na het auditieproces stond ik uiteindelijk in de voorstelling in de rol van Anton en understudy (en later alternate) Erik Hazelhoff.
          Dat was voor het eerst dat ik écht een grote rol mocht spelen. Het was een stukje waardering voor wat ik kan. Dat had ik echt even nodig, denk ik. Als collega’s continu tegen je zeggen dat je goed bent in wat je doet, maar je krijgt nooit de waardering ervoor in de vorm van een grote rol, dan is het soms lastig om in jezelf te blijven geloven. Regisseur Theu Boermans heeft me daar ook ontzettend in geholpen. Als iemand van dat kaliber in je gelooft en die waardering ook uitspreekt, doet dat wat met je.
          Ik heb nog heel lang getwijfeld om langer te blijven bij Soldaat van Oranje. Misschien kon ik namelijk wel definitief doorgroeien naar de rol van Erik Hazelhoff. Maar Anne Lamsvelt, die op dat moment de rol van Ada speelde, vroeg mij kritisch wat ik daar voor mezelf nog uit dacht te gaan halen. Het publiek ziet me wel, maar commercieel gezien was Jersey Boys een uitstekende kans. Mijn eerste grote rol in dienst van Stage Entertainment en achteraf een van de leukste shows die ik heb gedaan tot nu toe.”

,,Voorlopig stop ik met musical.’’

“Na het succes van Soldaat van Oranje – De Musical en Jersey Boys hoop je natuurlijk dat je carrière blijft groeien. Maar dat is helaas niet altijd zo. Er volgde een ´kleinere´ rol in Moeder Ik Wil Bij De Revue en nu Ray Court in The Bodyguard. Dat is het lastige van het vak. Je bent nooit zeker van een stijgende lijn in je carrière of überhaupt garantie van werk. Bijna twaalf jaar lang ben ik aan één stuk door aan het werk geweest en eind juni ga ik voor het eerst in mijn carrière de flex in. Dat is wel een lastige situatie en dat zet mij aan het denken. Wat wil ik nou eigenlijk precies? Wat wil ik zélf graag? Acteren is altijd mijn passie geweest. Dat is denk ik ook waar ik goed in ben en dat wil ik de komende tijd veel meer gaan doen. Deze nieuwe situatie biedt daar misschien ook wel gedwongen de kansen toe.
          Met alles wat er is gebeurd en nog staat te gebeuren, heeft het me doen besluiten om na The Bodyguard voorlopig te stoppen met musical. Ik wil me gaan focussen op mijn eigen carrière. Zeker in het klimaat waar we vandaag de dag in verkeren, draait het ontzettend om je naam. Ik heb de ambitie om meer te gaan presenteren. Dat vind ik leuk om te doen en daar hoop ik mee verder te kunnen. Het is lastig, maar ik moet nu geloven in mezelf en mijn eigen talent. Het risico durven nemen om puur voor het acteren te gaan. En wie weet wat er in de toekomst nog qua musical op mijn pad komt.”

Volgende maand is het de beurt aan Jeske van de Staak om middels een uitgebreid interview én een door jullie samengestelde Q&A aan de tand gevoeld te worden.