De Musical Awards – Een prijs met een wilde geschiedenis: het succesvolle begin

De Amerikaanse Tony Awards werden al in 1947 voor het eerst uitgereikt. Wat musical precies was, wist men in Nederland toen nog niet. Desondanks mag het Nederlandse zusje ondertussen ook van een traditie spreken. Nog een paar dagen en dan worden namelijk voor de zestiende keer de Musical Awards uitgereikt. Het is een prijs met een geschiedenis van hoogte- en dieptepunten, continu aan verandering onderhevig, maar met altijd hetzelfde doel: het belonen van bijzondere prestaties van mensen die op eniger wijze verbonden zijn aan de musicalproducties van dat moment. Een mooi doel, maar niet altijd zonder slag of stoot waar te maken. Vandaag het eerste deel van het tweeluik. Hoe zagen de glorieuze beginjaren van het Musical Awards Gala eruit?

Het ontstaan
Terug naar de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zodra Joop van den Ende zich eind jaren tachtig mengt in het musicalgenre, neemt de theatervorm een hoge vlucht en ontwikkelt het zich tot een volwaardig en populair genre. Producties als The Phantom of the Opera en Miss Saigon trekken jarenlang achter elkaar volle zalen. Naast deze populaire import-musicals blijven er ook succesvolle origineel Nederlandse musicals gemaakt worden, zoals Tsjechov, Joe – De Musical, Faya en Ja Zuster, Nee Zuster.

Met steeds meer mensen die werkzaam zijn in de musicalwereld, was volgens Van den Ende de tijd rijp om een speciale prijs in het leven te roepen, waarmee bijzondere prestaties binnen het musicalgenre geëerd konden worden. Dit leidde op 21 februari 2000 tot de oprichting van Stichting Musical Awards. De stichting, onafhankelijk van welke producent dan ook, kende een vakjury die zou bepalen welke theatermakers zouden worden beloond voor hun kunnen. John Kraaijkamp senior werd, als eerbetoon vanuit Van den Ende, als naamgever aan de prijs gekoppeld. Eens per jaar zou er een speciaal Musical Awards Gala plaatsvinden, waarop de prijzen zouden worden uitgereikt en waarop de verschillende producenten tevens hun eigen producties konden presenteren aan het Nederlandse publiek.

Zodoende vond op 18 april 2000 het eerste John Kraaijkamp Musical Awards Gala plaats in het, toen nog, Fortis Circustheater in Scheveningen. Onder andere Stanley Burleson (De Dood in Elisabeth) en Liesbeth List (Edith Piaf in Piaf) werden bekroond voor hun werk. Uiteindelijk werden er zeven prijzen uitgereikt: per geslacht een award voor de beste hoofdrol, bijrol en aanstormend talent. Willem Nijholt ontving een Oeuvre Award.


Op weg naar de gloriejaren
Gedurende de eerste jaren van het gala werd het uitgezonden bij RTL4 en gepresenteerd door Hans van Willigenburg. Het gala nam steeds grotere vormen aan en ook het aantal te verdelen prijzen steeg per jaar. Zo bepaalt het publiek al sinds 2001 wat zij de beste musical van het betreffende seizoen vinden. Daarnaast waren er niet alleen prijzen voor acteurs, maar konden ook de creatives beelden in de wacht slepen.
Doordat het aanbod van musicals steeds verder toenam en het voor de jury daardoor steeds lastiger werd om te bepalen wie er een nominatie verdiende, werd er vanaf 2004 een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine musicals. Dit zorgde automatisch voor bijna een verdubbeling van het aantal te vergeven awards. Tevens werd de jury uitgebreid qua aantal leden en bestaat deze sindsdien uit een mix van theatermakers, -recensenten, -directeuren en –liefhebbers.

In 2005 verhuisde het gala, samen met presentatrice van dienst Tooske Ragas, van RTL4 naar de AVRO, waarna de hoogtijdagen van het gala echt begonnen. In 2006 vond de awardshow plaats tijdens de reeks van Musicals in Ahoy’ en zodoende diende het gigantische podium in de Rotterdamse concerthal als het decor van de gala-avond. Dit gaf de gelegenheid tot grote shownummers en veel publiek in de zaal. In 2007 sloeg het gala een andere koers in en vormde de televisiestudio’s in Hilversum vier jaar lang het decor van het Gala. Frits Sissing was, vanuit een chique aangeklede zaal mét grote showtrap, de gastheer van de avonden. Het aantal categorieën was ondertussen gegroeid van zeven in 2000 naar maar liefst tweeëntwintig tijdens de tiende editie van het gala in 2009. Naast de acteurs waren er onder meer aparte prijzen voor beste regie, choreografie, vertaling, licht en geluidsontwerp.  

In 2007 deed V&V Entertainment voor het eerst echt uitgebreid mee met de genomineerden en had hun productie Doe Maar! de meeste kansen op awards in dat jaar: tien nominaties en vijf awards mocht deze productie in ontvangst nemen. Dit tot vreugde van Albert Verlinde, die bij de uitreiking van de award voor beste kleine musical uit enthousiasme onderuit gleed op het podium. Ciske de Rat vestigde in 2008 een nominatierecord met maar liefst dertien kansen op de winst, waarvan er zeven daadwerkelijk werden verzilverd. Het waren tevens de jaren waarin het Kim-Lian van der Meij na vijf nominaties – en er zouden er nog twee volgen – nog steeds niet was gegund een award in ontvangst te nemen, William Spaaij juist twee jaar achter elkaar de award voor beste mannelijke hoofdrol in een grote musical won voor Footloose (2009) en Mary Poppins (2010) en Liesbeth List in 2009 opnieuw een award kreeg voor haar vertolking van Edith Piaf in de herneming van Piaf, na een eerdere gewonnen award in 2000 voor dezelfde rol.

Lees verder in deel twee: Na regen komt zonneschijn, maar dat geldt ook andersom. De gloriejaren gingen voorbij en het Musical Awards Gala kwam in een crisis terecht. Hoe kon dit gebeuren en wat heeft ervoor gezorgd dat het Gala weer succesvol is teruggekeerd?